wegsluisden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wegsluisden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weg·sluis·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegsluizen |
wegsluisden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wegsluizen
- ...dat wij wegsluisden.
- ...dat jullie wegsluisden.
- ...dat zij wegsluisden.
- ...dat wij wegsluisden.