wegleidden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wegleidden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weg·leid·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegleiden |
wegleidden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wegleiden
- ...dat wij wegleidden.
- ...dat jullie wegleidden.
- ...dat zij wegleidden.
- ...dat wij wegleidden.
Gangbaarheid
- Het woord wegleidden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.