wadplaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wad·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wadplaat | wadplaten |
verkleinwoord | wadplaatje | wadplaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- een zandplaat in een waddengebied
- Op de wadplaat lagen de zeehonden te zonnen.