vrijbuitend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vrijbuitend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vrij·bui·tend
Werkwoord
vervoeging van: | vrijbuiten |
verbogen vorm: | vrijbuitende |
vrijbuitend
vervoeging van: | vrijbuiten |
verbogen vorm: | vrijbuitende |
vrijbuitend