voortmaakt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voortmaakt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voort·maakt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voortmaken |
voortmaakt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortmaken
- ... dat jij voortmaakt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortmaken
- ... dat hij voortmaakt.