voorbijgereden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·bij·ge·re·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van voorbijrijden: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
Werkwoord
vervoeging van: | voorbijrijden… |
verbogen vorm: | voorbijgeredene |
voorbijgereden
- voltooid deelwoord van voorbijrijden