volgiet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·giet

Werkwoord

vervoeging van
volgieten

volgiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgieten
    • ... dat ik volgiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgieten
    • ... dat jij volgiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgieten
    • ... dat hij volgiet.