vleister

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlei·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleister vleisters
verkleinwoord vleistertje vleistertjes

Zelfstandig naamwoord

de vleisterv

  1. vrouw die (onoprechte) complimenten maakt om bij iemand in de gunst te komen
    • Zij is een echte vleister, die daardoor altijd haar zin weet te krijgen. Zij is over 't algemeen nogal coquet, doch te harer eer zij gezegd, zij is goedhartig en vindt er een genot in in stilte iemand te helpen. - [1] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1. (1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De Handschriftbeoordeeling.
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be