visualiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·su·a·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
visualiseren

visualiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van visualiseren
    • Ik visualiseerde. 
    • Jij visualiseerde. 
    • Hij, zij, het visualiseerde.