visere
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·se·re
Werkwoord
vervoeging van |
---|
viseren |
visere
- aanvoegende wijs van viseren
Deens
Woordafbreking
- vi·se·re
Zelfstandig naamwoord
visere, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van viser
vervoeging van |
---|
viseren |
visere
visere, mv