viséen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·sé·en
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans Viséen naar de Belgische stad Visé (in het Nederlands ook: Wijzet); aanduiding voor het eerst gebruikt door de Belgische paleontoloog L.G. de Koninck in publicaties vanaf 1842
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viséen | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het viséen o
- (geologie) tweede tijdsnede van het tijdvak mississippien, van 346,7 tot 330,9 miljoen jaar geleden
- Slechts weinig is hier te lande bekend van het viséen, (…) [1]
Schrijfwijzen
- Vóór 2006 was de spelling Viséen. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Synoniemen
- Viséaan (Vlaanderen)
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- tournaisien (eerste tijdsnede van het mississippien)
- serpukhovien (derde tijdsnede van het mississippien)
Verwijzingen
- ↑ "De kolenkalk van Maastricht tot Ostende." in: De Telegraaf jrg. 30 nr. 11663 (30 augustus 1922); p. 9 kol. 3; geraadpleegd 2016-08-06
Gangbaarheid
- Het woord 'viséen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.