virkede

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • vir·ke·de

Werkwoord

virkede

  1. verleden tijd van virke


Noors

Woordafbreking
  • vir·ke·de
Naar frequentie 6940

Bijvoeglijk naamwoord

virkede, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van virke

virkede, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van virke
Schrijfwijzen