villa-eigenaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: villa-eigenaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvilaˌɛiɣəˌnar / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- vil·la-ei·ge·naar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van villa zn en eigenaar zn , gesschreven met een koppelteken volgens spellingregel 7.A
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | villa-eigenaar | villa-eigenaars villa-eigenaren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de villa-eigenaar m
- iemand die een villa bezit
- ▸ De villa-eigenaar eist een strook grond op van 130 meter lang en enkele meters breed.[1]
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van villa-eigenares
Gangbaarheid
- Het woord 'villa-eigenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Villa-eigenaar laat beslag leggen op grond Hortus” (22 juni 2019) op rtvNoord.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal