verwerkelijkten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wer·ke·lijk·ten

Werkwoord

vervoeging van
verwerkelijken

verwerkelijkten

  1. meervoud verleden tijd van verwerkelijken
    • Wij verwerkelijkten. 
    • Jullie verwerkelijkten. 
    • Zij verwerkelijkten. 

Gangbaarheid