vertwijfel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vertwijfel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·twij·fel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vertwijfelen |
vertwijfel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertwijfelen
- Ik vertwijfel.
- gebiedende wijs van vertwijfelen
- Vertwijfel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertwijfelen
- Vertwijfel je?