verstaalden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verstaalden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·staal·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verstalen |
verstaalden
- meervoud verleden tijd van verstalen
- Wij verstaalden.
- Jullie verstaalden.
- Zij verstaalden.
- Wij verstaalden.