verspring
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·spring
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verspringen |
verspring
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspringen
- Ik verspring.
- gebiedende wijs van verspringen
- Verspring!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspringen
- Verspring je?
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verspringen |
verspring
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspringen
- ... dat ik verspring.