verspanden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verspanden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·span·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verspannen |
verspanden
- meervoud verleden tijd van verspannen
- Wij verspanden.
- Jullie verspanden.
- Zij verspanden.
- Wij verspanden.