versifieerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·si·fi·eer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
versifiëren |
versifieerden
- meervoud verleden tijd van versifiëren
- Wij versifieerden.
- Jullie versifieerden.
- Zij versifieerden.
- Wij versifieerden.
vervoeging van |
---|
versifiëren |
versifieerden