vernieuw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·nieuw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vernieuwen |
vernieuw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vernieuwen
- Ik vernieuw.
- gebiedende wijs van vernieuwen
- Vernieuw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vernieuwen
- Vernieuw je?