vermenigvuldigden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·me·nig·vul·dig·den

Werkwoord

vervoeging van
vermenigvuldigen

vermenigvuldigden

  1. meervoud verleden tijd van vermenigvuldigen
    • Wij vermenigvuldigden. 
    • Jullie vermenigvuldigden. 
    • Zij vermenigvuldigden.