verluid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·luid
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verluiden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verluiden |
verluid
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluiden
- Ik verluid.
- gebiedende wijs van verluiden
- Verluid!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluiden
- Verluid je?
vervoeging van: | verluiden… |
verbogen vorm: | verluide |
verluid
- voltooid deelwoord van verluiden