verloederden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·loe·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verloederen |
verloederden
- meervoud verleden tijd van verloederen
- Wij verloederden.
- Jullie verloederden.
- Zij verloederden.
- Wij verloederden.
vervoeging van |
---|
verloederen |
verloederden