verkleedde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkleedde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·kleed·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkleden |
verkleedde
- enkelvoud verleden tijd van verkleden
- Ik verkleedde.
- Jij verkleedde.
- Hij, zij, het verkleedde.
- Ik verkleedde.