verkapte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·kap·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkappen |
verkapte
- enkelvoud verleden tijd van verkappen
- Ik verkapte.
- Jij verkapte.
- Hij, zij, het verkapte.
- Ik verkapte.
- verbogen vorm van verkapt, voltooid deelwoord van verkappen
Bijvoeglijk naamwoord
verkapte
- verbogen vorm van de stellende trap van verkapt