vergeelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vergeelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·geel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergelen |
vergeelden
- meervoud verleden tijd van vergelen
- Wij vergeelden.
- Jullie vergeelden.
- Zij vergeelden.
- Wij vergeelden.