verfriste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·fris·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verfrissen |
verfriste
- enkelvoud verleden tijd van verfrissen
- Ik verfriste.
- Jij verfriste.
- Hij, zij, het verfriste.
- Ik verfriste.
- verbogen vorm van verfrist, voltooid deelwoord van verfrissen