verduidelijkten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dui·de·lijk·ten

Werkwoord

vervoeging van
verduidelijken

verduidelijkten

  1. meervoud verleden tijd van verduidelijken
    • Wij verduidelijkten. 
    • Jullie verduidelijkten. 
    • Zij verduidelijkten.