verdisconteerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dis·con·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
verdisconteren

verdisconteerden

  1. meervoud verleden tijd van verdisconteren
    • Wij verdisconteerden. 
    • Jullie verdisconteerden. 
    • Zij verdisconteerden.