verdisconteer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·dis·con·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verdisconteren |
verdisconteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdisconteren
- Ik verdisconteer.
- gebiedende wijs van verdisconteren
- Verdisconteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdisconteren
- Verdisconteer je?