verbijzonderden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bij·zon·der·den

Werkwoord

vervoeging van
verbijzonderen

verbijzonderden

  1. meervoud verleden tijd van verbijzonderen
    • Wij verbijzonderden. 
    • Jullie verbijzonderden. 
    • Zij verbijzonderden.