verachtvoudig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·acht·vou·dig

Werkwoord

vervoeging van
verachtvoudigen

verachtvoudig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verachtvoudigen
    • Ik verachtvoudig. 
  2. gebiedende wijs van verachtvoudigen
    • Verachtvoudig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verachtvoudigen
    • Verachtvoudig je?