vejen

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • ve·jen
Naar frequentie 336

Zelfstandig naamwoord

vejen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van vej


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
vejar

vejen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vejar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vejar