vectoriseer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vec·to·ri·seer

Werkwoord

vervoeging van
vectoriseren

vectoriseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vectoriseren
    • Ik vectoriseer. 
  2. gebiedende wijs van vectoriseren
    • Vectoriseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vectoriseren
    • Vectoriseer je?