vastgoedhandelaars

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vast·goed·han·de·laars

Zelfstandig naamwoord

de vastgoedhandelaars mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vastgoedhandelaar
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=vastgoedhandelaars&oldid=4587962"