vakkenvulde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vak·ken·vul·de

Werkwoord

vervoeging van
vakkenvullen

vakkenvulde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vakkenvullen
    • ... dat ik vakkenvulde. 
    • ... dat jij vakkenvulde. 
    • ... dat hij, zij, het vakkenvulde. 
    • Misschien heb je in dat jaar juist goed na kunnen denken over wat je wilt doen, of dat nu was terwijl je backpackte door Zuid-Oost-Azië of vakkenvulde in de Albert Heijn.  [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen