uitschenkt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitschenkt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·schenkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitschenken |
uitschenkt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschenken
- ... dat jij uitschenkt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschenken
- ... dat hij uitschenkt.