tweegeveg

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord tweegeveg tweegevegte

Zelfstandig naamwoord

tweegeveg

  1. tweegevecht, duel
    «Dartanjan is 'n dapper hond wat graag een van die Koning se musketiers wil word. Kort voor lank word hy uitgedaag tot drie tweegevegte
    Dartanjan is een dappere hond die een van de musketiers van de koning wil worden. Voor hij er erg in had wordt hij uitgedaagd tot drie duels.