tweeënzestigjarige
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tweeënzestigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtwejənˌsɛstəxˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- tweeën·zes·tig·ja·ri·ge, twee·en·zes·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
- bn: tweeënzestigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van tweeënzestigjarig bn met het achtervoegsel -e
Bijvoeglijk naamwoord
tweeënzestigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van tweeënzestigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een tweeënzestigjarige periode zonder uitbarstingen.
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweeënzestigjarige | tweeënzestigjarigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- levend wezen dat 62 jaar oud is of iets dat 62 jaar bestaat
- De tweeënzestigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord 'tweeënzestigjarige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 7 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -e in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal