trumperen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trum·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- gevormd uit Frans tromper ww met het achtervoegsel -en, tegelijk ook een verwijzing naar Donald Trump
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
trumperen |
trumpeerde |
getrumpeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zich trumperen
- zich vergissen
- Beleggers trumperen zich.
Gangbaarheid
- Het woord 'trumperen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal