trouwde over
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trouw·de over
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overtrouwen |
trouwde over
- enkelvoud verleden tijd van overtrouwen
- Ik trouwde over.
- Jij trouwde over.
- Hij, zij, het trouwde over.
- Ik trouwde over.
vervoeging van |
---|
overtrouwen |
trouwde over