trotseerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trotseerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trot·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trotseren |
trotseerden
- meervoud verleden tijd van trotseren
- Wij trotseerden.
- Jullie trotseerden.
- Zij trotseerden.
- Wij trotseerden.