troea
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- troea
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | troea | troeot |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) het sjofarblazen, met name een bepaald signaal daarbij (verbrokkelde stoot)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'troea' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.