trigintiljard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • tri·gin·til·jard

Hoofdtelwoord

trigintiljard

  1. 10183, het getal in cijfers een één met honderdendrieëntachtig nullen
enkelvoud meervoud
naamwoord trigintiljard trigintiljarden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het trigintiljardo

  1. getal gelijk aan 10183, te schrijven als een 1 met 183 nullen
    • Een trigintiljard is een zeer groot getal.