trappenliepen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trap·pen·lie·pen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trappenlopen |
trappenliepen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van trappenlopen
- ...dat wij trappenliepen.
- ...dat jullie trappenliepen.
- ...dat zij trappenliepen.
- ...dat wij trappenliepen.
Gangbaarheid
- Het woord 'trappenliepen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.