toezongen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·zon·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toezingen |
toezongen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toezingen
- ...dat wij toezongen.
- ...dat jullie toezongen.
- ...dat zij toezongen.
- ...dat wij toezongen.