toeschiet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·schiet

Werkwoord

vervoeging van
toeschieten

toeschiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschieten
    • ... dat ik toeschiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschieten
    • ... dat jij toeschiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschieten
    • ... dat hij toeschiet.