toeschiet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·schiet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toeschieten |
toeschiet
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschieten
- ... dat ik toeschiet.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschieten
- ... dat jij toeschiet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschieten
- ... dat hij toeschiet.