toerustten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toerustten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- toe·rust·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toerusten |
toerustten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toerusten
- ...dat wij toerustten.
- ...dat jullie toerustten.
- ...dat zij toerustten.
- ...dat wij toerustten.