toekent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·kent

Werkwoord

vervoeging van
toekennen

toekent

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toekennen
    • ... dat jij toekent. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toekennen
    • ... dat hij toekent.