tiranniseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ti·ran·ni·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
tiranniseren

tiranniseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van tiranniseren
    • Ik tiranniseerde. 
    • Jij tiranniseerde. 
    • Hij, zij, het tiranniseerde.